Het verschil tussen IBCT en EFT
Er zijn uiteraard verschillende vormen van relatietherapie waarvan de meest bekende misschien wel de EFT-relatietherapie is, ontwikkeld door dr. Sue Johnson. EFT staat voor Emotional Focused Therapie en is gebaseerd op de hechtingstheorie van Bowlby. De therapie richt zich op emoties en verbinding tussen jou en je partner. In EFT vormt de therapeut een belangrijke hechtingsfiguur die partners helpt zich veiliger aan elkaar te hechten.
IBCT, ofwel Integrative Behavioral Couples Therapy, ziet de bron van relatieproblemen in het onvermogen van de partners om met onderlinge verschillen om te gaan. Het kan hierbij gaan om verschillen in opvoeding en achtergrond, maar bijvoorbeeld ook om verschillen in persoonlijkheid of wensen en behoeften. Bij deze methode wordt gekeken naar wat men kan accepteren en tolereren en waaraan wel gewerkt kan worden, zoals het verbeteren van de onderlinge communicatie. Er worden vaardigheden aangeleerd die niet alleen tijdens een relatiecrisis handig zijn, maar ook in het gewone dagelijkse leven en binnen andere relaties. De therapeut fungeert tijdens de therapie als coach.
Beiden therapievormen zijn evidence-based, wat wil zeggen dat de effectiviteit ervan wetenschappelijk bewezen is. De ene methode is niet beter dan de andere, het gaat meer om de persoonlijke wensen en wat bij jullie past.
Wat wordt er nou precies bedoeld met accepteren en tolereren?
Veel relatieproblemen komen voort uit de ervaren verschillen tussen partners. Tijdens de “roze wolk fase” worden deze verschillen minder gezien of makkelijker geaccepteerd. Later in de relatie kunnen ze juist irritatie oproepen en tot ruzies leiden. Soms proberen de partners elkaar ook te veranderen. Dit veroorzaakt vaak juist meer problemen en zet de relatie en de partners verder onder druk. Er ontstaat zo een continue onderlinge strijd waardoor ook problemen die wel goed oplosbaar zijn niet effectief worden aangepakt.
In de IBCT wordt gekeken naar relatieproblemen die samenhangen met emotionele gevoeligheden en verschillen tussen de partners (Dijkstra & Tamminga, 2021). Hierbij hoort ook onderlinge verschillen accepteren, of op zijn minst te tolereren. Accepteren klinkt misschien passief, maar hier wordt het als een actief proces gezien waarin de partners proberen zich in elkaar in te leven en elkaar te begrijpen. Als je de onderlinge verschillen kunt erkennen en respecteren, dan kun je ze accepteren. Je hoeft het niet altijd eens te zijn met de ideeën of meningen van je partner, maar als je ze kunt accepteren of tolereren blijft er energie over om te kijken naar problemen die zich wel laten oplossen.
Waarom gaan stellen uit elkaar?
Stellen geven vaak als reden aan dat ze op elkaar uitgekeken zijn. Maar ook het verlies van vertrouwen, botsende karakters en de aanwezigheid van een ‘derde’ worden vaak genoemd. Dit soort redenen ontstaan niet opeens, maar zijn het resultaat van een langere periode van onrust en ontevredenheid. Er beginnen kleine irritaties en barstjes te ontstaan wat leidt tot onenigheid of afstand wat grotere relatieproblemen tot gevolg kan hebben. Als het vertrouwen verdwijnt of als er door de ontevredenheid thuis een affaire met een ander ontstaan, dan is het stel al een cruciale grens gepasseerd. Er ontstaat dan vaak een vicieuze cirkel waar moeilijk uit te komen valt tot de spreekwoordelijke bom barst en uit elkaar gaan nog de enige optie lijkt. Stellen die voor die tijd ingrijpen merken dat ze door (opnieuw) te leren goed met elkaar te communiceren, maar ook goed naar elkaar te luisteren en open te staan voor onderlinge verschillen en de behoeften van de ander de relatie weer goed op de rails te krijgen. Of in ieder geval een helder beeld te krijgen van waarom het niet meer werkt. Door eerlijk, open en respectvol met elkaar te communiceren kunnen goed doordachte en onderbouwde beslissingen worden genomen.